Lier 1602. Een op het oog simpele moord op de jonge echtgenote van een kunstschilder groeit uit tot een test voor Godfried Lesage, de kersverse schout van Lier. Enkele schepenen zijn erop gebrand te bewijzen dat hij, als voormalige poorter van Antwerpen, niet voldoende loyaal is tegenover Lier. Zij deinzen voor niets terug om hun doel te bereiken. Als Lesage zijn volle aandacht moet wijden aan de bescherming van de stad tegen een garnizoen muitende Spaanse soldaten, verliest hij andere zaken die op dat ogenblik spelen uit het oog. Dat dreigt hem zuur op te breken. Zo heeft hij niet in de gaten dat er een begijn van hekserij wordt beschuldigd. De schepenen zien hun kans schoon om de schout in diskrediet te brengen. Ze verwijten hem laksheid en gaan zelf op een nietsontziende manier achter de vermeende heks aan. Catharina, de echtgenote van Lesage, wil hem waarschuwen en komt daardoor in een gevaarlijke situatie terecht. Bovendien blijkt de oorspronkelijke moord toch niet zo simpel te zijn als gedacht. Duivelsgesel speelt zich af in de beginperiode van de regering van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Spanje kijkt als een schoonmoeder mee over hun schouders en bemoeit zich met alles. Het enige wat het niet doet, is de soldij van de soldaten uitbetalen. De onvrede in de garnizoenen stijgt ten top en muiterij blijft niet uit.