De Roman 'Komen en gaan' Wordt door de meeste critici in Noord en Zuid tot de klassieke werken van de nederlands letterkunde gerekend.
Na de eerste publikatie in 'De Gids' zette E. du Perron, die als 'onverbiddelijk lezer' bekend en beducht was, 'komen en gaan' op zijn keuzelijst voor de tien werken uit de nederlandse letterkunde, die hij zou willen meenemen naar een onbewoond eiland.

Zoasl dikwijls bij belangrijk werk, is ook van deze roman het gegeven eenvoudig. In een dorp in de omgeving van Brussel woont Karel, een drieëndertigjarige aannemer, met Claudia, zijn vrouw, en zijn gezin. Hun rustig bestaan wordt bedreigd door Emma, een verre bloedverwante, die de liefdeloze vehandeling van haar echtgenoot dermate beu is, dat zij Karel en Claudia om onderdak verzoekt. Haar aanwezigheid veroorzaakt spanning, Karel wordt op haar verliefd en ook kapelaan Berrewats, die Emma in de geest en de leer van het chrsitendom tracht in te wijden, voelt zicht tot haar aangetrokken. Hoe dit gegeven naar een door Roelants wijs en grootmoedig beschreven einde leidt, is in deze marnixpocket te lezen.