Dit boek betreft een bundel met liedteksten. In het lied "Het leven was lijden" wordt iemands leven tot in het absurde beheerst door een bemoeizuchtige vader. Een verknald, eenzaam leven is hiervan het resultaat. Het lied "Thorbeckeplein" gaat over een man die een man op het Thorbeckeplein ontmoet die eenzaam lijkt. Ze brengen de avond en, als de trein wordt gemist, ook de nacht samen door. De man belooft gauw te bellen. Maar hij wordt later gesignaleerd... met een vrouw. "Die fijne Jordaan" is een cynisch verhaal over twee mannen die door hun omgeving worden verguisd. Een verhuizing helpt niet. "Toen zei hij: 'schat...'" gaat over een vrouw die zich groot weet te houden, terwijl haar man, onverwacht, vertelt haar te willen verlaten. Zij houdt nog altijd van hem en liegt voor de eerste keer als ze zegt dat het haar ook beter lijkt om uit elkaar te gaan. Het protestlied "Dag heren" is gericht aan de heren van het CDA, de heren van het GPV en de heren van het RPF. Het zijn heren die de schrijver volslagen impotent maken en hem zelfs obstipatie bezorgen.