Uitverkoren
Vanaf Indonesische postzegels kijkt hij ons aan - maar wie was zij eigenlijk, dat Javaanse meisje, dat prachtige brieven schreef in de taal van de overheerser, en die lang na haar dood tot nationale heldin werd?
Kartini (1879-1904) is in Indonesië hét symbool van de verheffing van het volk en van de vrouwenemancipatie. In Nederland is ze een bijna vergeten figuur, van wie we misschien nog weten dat het boek Door duisternis tot licht (een selectie uit haar brieven, 1911) voor de fijngevoeligen onder de 'Indische' Nederlanders een eye-opener is geweest. Het vele dat er, vooral in Indonesië, over haar geschreven is vormt een onontwarbare kluwen van waarheid, veronderstellingen, misverstand en verdichtsel. Een recente uitgave van onuitgegeven brieven heeft al voor verrassend nieuw licht gezorgd; nu is het tijd voor een evenwichtige biografie, die teruggaat op de authentieke bronnen.
Het is een geluk dat dr. Elisabeth Keesing die taak op zich heeft genomen, want niet alleen is ze in wetenschappelijk opzicht en wat betreft haar kennis van Nederlands-Indië volkomen gekwalificeerd, ze heeft ook haar sporen verdiend als (roman)schrijfster. Zo kan ook een algemeen publiek kennisnemen van de jeugd van een Javaanse, adellijke regentendochter met verscheidene moeders en één (ook door haar) hoogvereerde vader, van een relatief uitstekende opvoeding (Kartini's brieven zijn in krachtig Nederlands gesteld), van hoge idealen, voor haar persoonlijk gefnuikt in een ongewenst huwelijk, maar op den duur door anderen gedeeltelijk verwezenlijkt. Alle facetten van het 'wilde paardje' komen aan de orde: haar band met haar zusters, haar belangstelling voor de volkskunst, haar verlangen naar Batavia en zelfs Nederland, haar streven naar verbetering van het onderwijs en van gelijkberechtiging van vrouwen - en ook wat er na haar vroege dood (in het kraambed) met haar ideeën en idealen is gebeurd. Een onopgesmukt relaas, waar niettemin de geestdrift van afstraalt.
Elisabeth Keesing heeft negen romans geschreven, waarvan Tijd gerekt (1993) de recentste is. Ook schreef ze over twee zoons van Constantijn Huygens, Constantijn en Christiaan, en over de verhouding van hun vader tot het zwakke geslacht, Het volk met lange rokken, een boek waarvoor ze de Literaire Witteprijs ontving. In 1993 werd haar de Anna Bijns Prijs voor Proza toegekend.
Kartini (1879-1904) is in Indonesië hét symbool van de verheffing van het volk en van de vrouwenemancipatie. In Nederland is ze een bijna vergeten figuur, van wie we misschien nog weten dat het boek Door duisternis tot licht (een selectie uit haar brieven, 1911) voor de fijngevoeligen onder de 'Indische' Nederlanders een eye-opener is geweest. Het vele dat er, vooral in Indonesië, over haar geschreven is vormt een onontwarbare kluwen van waarheid, veronderstellingen, misverstand en verdichtsel. Een recente uitgave van onuitgegeven brieven heeft al voor verrassend nieuw licht gezorgd; nu is het tijd voor een evenwichtige biografie, die teruggaat op de authentieke bronnen.
Het is een geluk dat dr. Elisabeth Keesing die taak op zich heeft genomen, want niet alleen is ze in wetenschappelijk opzicht en wat betreft haar kennis van Nederlands-Indië volkomen gekwalificeerd, ze heeft ook haar sporen verdiend als (roman)schrijfster. Zo kan ook een algemeen publiek kennisnemen van de jeugd van een Javaanse, adellijke regentendochter met verscheidene moeders en één (ook door haar) hoogvereerde vader, van een relatief uitstekende opvoeding (Kartini's brieven zijn in krachtig Nederlands gesteld), van hoge idealen, voor haar persoonlijk gefnuikt in een ongewenst huwelijk, maar op den duur door anderen gedeeltelijk verwezenlijkt. Alle facetten van het 'wilde paardje' komen aan de orde: haar band met haar zusters, haar belangstelling voor de volkskunst, haar verlangen naar Batavia en zelfs Nederland, haar streven naar verbetering van het onderwijs en van gelijkberechtiging van vrouwen - en ook wat er na haar vroege dood (in het kraambed) met haar ideeën en idealen is gebeurd. Een onopgesmukt relaas, waar niettemin de geestdrift van afstraalt.
Elisabeth Keesing heeft negen romans geschreven, waarvan Tijd gerekt (1993) de recentste is. Ook schreef ze over twee zoons van Constantijn Huygens, Constantijn en Christiaan, en over de verhouding van hun vader tot het zwakke geslacht, Het volk met lange rokken, een boek waarvoor ze de Literaire Witteprijs ontving. In 1993 werd haar de Anna Bijns Prijs voor Proza toegekend.
Auteur | | Keesing |
Taal | | Nederlands |
Type | | Onbekende bindwijze |
Categorie | | Literatuur & Romans |