Als zijn vrouw de warmte bij een ander zoekt, bij een collega nog wel, is het voor psychiater Atte Jongstra tijd om zijn eigen psychische huishouding op orde te brengen. Dat is geen gemakkelijke onderneming. Opzoek naar verlossing wordt hij vergezeld en belaagd door de verraderlijke patiënt Hudiger. Gedurende zijn lijdensweg wordt hem niets bespaard: voze praatjes van schrijvers die zich tot het katholicisme hebben bekeerd, touroperators die hem de hel voor de hemel willen verkopen en vroegere vrienden die zich ontpoppen als ware stalkers. Atte komt in een krankzinnigengesticht terecht, waar zijn therapie vooral blijkt te bestaan uit het bijwonen van seksuele rituelen ontleend aan het handboek van de Markies de Sade. Hij weet uiteindelijk op een verrassende wijze te ontsnappen. Hij belandt in hogere sferen. Daar komt hij in scènes terecht die zo gruwelijk idyllisch zijn dat hij besluit een toren te bouwen voor een wat minder benauwend uitzicht. Het helpt hem niets. Hij wordt naar beneden gestuurd om alsnog in de diepten van zijn eigen persoonlijkheid te graven. De tegenhanger is een meesterlijke satire op de wereld van de warm menselijke communicatie, het moderne huwelijk en de religieuze tinnegieters.
Atte Jongstra (1956, Terwispel) ontving in 1998 de J. Greshoffprijs voor zijn essaybundel Familieportret en werd in 1990 genomineerd voor de AKO Literatuurprijs met zijn roman Psychologie van de zwavel. Bij Querido verschenen de romans Disgenoten (1998) en Hudigers Hooglied (1999). Zijn “biografie van een lezer” De tak van Salzburg verscheen in 2002 en werd unaniem lovend ontvangen.