Brief Aan Mijn Kleindochter
Als huwelijkscadeau voor zijn kleindochter schreef Abel J. Herzberg in 1984 - hij was toen eenennegentig - een lange brief, waarin hij vertelt over zijn eigen huwelijk met Thea Loeb, over de verschillende achtergronden van hun families, over hun bittere ervaringen in de oorlog, maar vooral, en steeds weer opnieuw, over de warmte en de levenskracht die ontstond uit het samengaan van hun karakters, hun persoonlijkheden en culturen.
'Wij waren in de hel, maar wij waren er niet alleen, wij waren tezamen. En als wij niet al een zekere eenheid hadden gevormd, wij hadden haar daar gevonden. Hechter en inniger. In de ware zin onverbrekelijk. Dat heeft de gezamenlijke honger bewerkt die wij hebben geleden, en de gezamenlijke ellende die wij ondervonden hebben. Wij hadden geen huis meer, geen eigen plaats in de wereld, geen gezamenlijk bed [...] Maar wij hadden elkaar. Elke dag, enkele uren per dag. Zij hebben het wonder volbracht. Wij spraken elkaar. Wij zorgden voor elkaar. En als onze woorden maar weinige waren, en onze zorgen maar armelijk konden zijn, zij betroffen meer dan ooit het leven in zijn naakte gedaante. Zonder elkaar hadden wij het niet gered.'
'Wij waren in de hel, maar wij waren er niet alleen, wij waren tezamen. En als wij niet al een zekere eenheid hadden gevormd, wij hadden haar daar gevonden. Hechter en inniger. In de ware zin onverbrekelijk. Dat heeft de gezamenlijke honger bewerkt die wij hebben geleden, en de gezamenlijke ellende die wij ondervonden hebben. Wij hadden geen huis meer, geen eigen plaats in de wereld, geen gezamenlijk bed [...] Maar wij hadden elkaar. Elke dag, enkele uren per dag. Zij hebben het wonder volbracht. Wij spraken elkaar. Wij zorgden voor elkaar. En als onze woorden maar weinige waren, en onze zorgen maar armelijk konden zijn, zij betroffen meer dan ooit het leven in zijn naakte gedaante. Zonder elkaar hadden wij het niet gered.'
Auteur | | Abel J. Herzberg |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Literatuur & Romans |