De vijfde bundel met "wandelingen door de antieke wereld" van de hand van de Leidse archeoloog professor F.L. Bastet. Deze bundels zijn terecht ook wijd buiten de archeologische wereld bekend door hun levendige verteltrant, die gecombineerd wordt met een zeer grote archeologische kennis en eruditie. De verhalen van de bundel zijn chronologisch gerangschikt. Ze beginnen bij de lotgevallen van het ruiterstandbeeld van keizer Marcus Aurelius (161-180 na Chr.) en eindigen in de vorige eeuw met de bespreking van o.a. antieke motieven op schilderijen in een aantal jeugdgedichten van de Nederlandse auteur Couperus (Bastet publiceerde onlangs een Couperus-biografie). Hiertussenin het verhaal van een koopman uit Hoorn die in 1600 te paard naar Rome reisde, het bezoek van de zoon van koning Willem III aan Pompei en Paestum en de wijze waarop een aantal antieke voorwerpen uiteindelijk in het Museum van Oudheden in Leiden terecht is gekomen. Deze droge en onvolledige opsomming doet geen recht aan het origineel, dat juist uitblinkt door sprankeling en lichtvoetigheid.