Gerrit Krol woonde in zijn jeugd op de Korreweg in Groningen en nu, op zijn vijfenzeventigste, woont hij er weer. In de tussenliggende jaren bereisde hij de halve wereld. Als kind kocht hij ooit een toeristenkaart van zijn streek waarop hij zijn eigen wereld kon terugvinden: 'Wat mij zo opwond was de gedachte dat het nu zin had overal geweest te zijn. Het vooruitzicht dat ik de aarde ging bedekken met mijn lichaam.' Krols fascinatie voor kaarten en atlassen is één van de vele ingangen die dit uitzonderlijke, biografische boek biedt tot zijn leven en werk. Ad Zuiderent volgt de schrijver van Purmerend tot Lagos, van zijn romans over Joy Scheepmaker en 'de Koninklijke', tot Het gemillimeterde hoofd (1967) en Duivelskermis (2007). Hij doet dat in thematisch geordende hoofdstukken waarin alles passeert: locaties, familie, vriendinnen, vrienden en collega's, literaire contacten, automatisering en olie-industrie, Krols fascinatie voor Marsman, Nietzsche en zen, voor kunst, pornografie en politiek. Een encyclopedie van een schrijversleven, vol nieuwe gegevens, prachtige anekdotes en onbekende foto's.