Deze drie regentessen, resp. tante, zuster en bastaard-dochter van keizer Karel V, leefden in het tijdvak 1480-1586 en waren binnen de periode 1508-1567 achtereenvolgens langer of korter tijd regentes der Nederlanden. Zij vertegenwoordigden in successie de keizers Maximiliaan, , Karel V en koning Filips II. De zeer kundige auteur-historica heeft deze welkome herdrukken een overeenkomende vorm, stofbewerking en omvang gegeven. De boeiend beschreven levens der hoofdpersonen tekenen zich af tegen de ontwikkeling der Nederlanden vlak na de Middeleeuwen binnen een Europa, waarin machtsstrijd, vorstenhuwelijkspolitiek, koehandel, veinzerij en religiespanning de toon aangeven. Vele bronnen zijn gebruikt, fantasie en romantisering zijn vermeden, slechts relevante veronderstellingen overbruggen soms de lacunes. Portretten, bibliografie, noten en index verhogen de wetenschappelijke waarde.