Dit boek omschrijft het ambacht van meubelmaker of schrijnwerker. Allereerst worden de geschikte houtsoorten en gereedschappen besproken. Vervolgens komen de basistechnieken zoals technisch tekenen, zagen, lijmen, werken en fineer, de meest gebruikte houtverbindingen en afwerkmethoden aan bod. Deze technieken worden toegepast in zes in moeilijkheidsgraad oplopende projecten, waaronder een tuinstoel, een kastje met laden en een vitrinekast. Stap voor stap wordt het maken van meubels uitgelegd. Het boek is opgebouwd als een cursus, het begint eenvoudig en eindigt moeilijk. Daardoor is het geschikt voor beginners die voor het eerst een meubel maken, maar ook voor de gevorderde meubelmakers die projecten met meer uitdaging zoeken.