Titia Westerhuis is na de geboorte van een levenloze baby in de trechter van verdriet beland. Haar man Ferdinand kon de situatie nog minder goed aan; hij heeft zich door een sekte laten beïnvloeden en is naar het buitenland vertrokken. Titia heeft nu alleen de zorg voor hun enige zoontje Tom, een zorgenkind. Ze verdeelt haar tijd tussen hem en haar werk als vroedvrouw. Gelukkig krijgt ze steun van haar moeder, bij wie ze is ingetrokken, en van Sieger Renkema, met wie ze al jaren vriendschappelijk contact onderhoudt. Na verloop van tijd worden Titia's gevoelens voor hem bijzonder sterk. Gekweld vraagt ze zich af of haar liefde voor Sieger ooit een kans zal krijgen. Ze weet zich door haar 'jawoord' verbonden met Ferdinand, haar man naar de wet. De realiteit is, dat ze het leven leidt van een weduwe.
Wat niemand durde te hopen, gebeurt. Haar echtgenoot keert huiswaarts. Titia wordt niet voor een keuze gesteld: het leven zelf neemt die taak in handen. En na veel innerlijke strijd durft ze het geluk te aanvaarden.