Kinderen zijn soms bang. Sommige kinderen zijn echter hevig en langdurig angstig. Ze vrezen gescheiden te worden van hun ouders, hebben schrik van sociale contacten, raken snel in paniek, hebben meer specifieke angsten (bijvoorbeeld voor honden, voor de bliksem, ...), ze vallen ten prooi aan obsessies en fobieë n die hen de hele tijd bezighouden, of ze maken zich voortdurend zorgen, ... In het eerste deel van het boek beschrijft de auteur de verschillende angststoornissen, hun oorsprong en hun evolutie. Hij maakt duidelijk dat deze kinderen niet gewoon angst hebben maar vooral bang zijn om angstig te zijn. In het tweede deel biedt de auteur dan hulpmiddelen aan om de angst te overwinnen. Hij legt uit hoe we deze kinderen kunnen helpen hun verontrustende emoties te aanvaarden en leren er zich van te distantië ren, door de confrontatie ermee aan te gaan in plaats van ze steeds te vermijden. Het is een zeer helder en praktisch uitgewerkt boek, met vele voorbeelden uit de praktijk van de auteur, met evaluatieschema's, overzichten van kernbegrippen, praktische aanbevelingen en uitgewerkte oefeningen. Het boek is bedoeld voor al wie met dergelijke kinderen te maken heeft en ze wil helpen om terug volop van het leven te kunnen genieten: psychologen en psychotherapeuten, (ortho)pedagogen en opvoeders, leerkrachten, ouders, enz.