In de grasvlakten van Zuid-Afrika leeft Loedolf met de andere stokstaartjes van zijn groep. Hun leven is een spannend verhaal van 'eten of gegeten worden', van vluchten voor de vechtarend en overleven in de droogte. Bij zijn eerste wachtbeurt let Loedolf even niet op. Zijn onoplettendheid heeft dramatische gevolgen. Gelukkig is er Gertruida, het wijze wijfje met vreemde verhalen over haar ver land en over het Dier. Samen met Louwtjie, Loedolfs nestbroer, en Xerus, de gekke grondeekhoorn, geeft ze Loedolf het nodige zelfvertrouwen.