Bomen zijn onmisbaar voor mensen. Ze zorgen voor zuurstof en zijn een bron van leven. Ze maken indruk door hun omvang of hun ouderdom, hun groeikracht en hun vruchtbaarheid.
Bomen zijn ook belangrijke symbolen. In vrijwel alle grote culturen hebben bomen steeds gestaan vor de verbinding tussen het ondermaans en het bovennatturlijke, voor de overwinning van het leven op de dood.
In 'Een boom is meer dan er staat' bracht Paul Geerts honderd van de mooiste boomgedichten uit de Nederlandstalige literatuur van de 19de en 20ste eeuw samen: klassieke gedichten maar ook minder bekende pareltjes van vroeger en nu, over heel specifieke bomen: de populieren van Gezelle, Peypers, Van Nijlen en Gruwez; de berken van Ent, Van den Abeele, Ghyssaert, Gijsen, Kosterman; de pruimelaar van Demedts en het prunusboompje van Michaelis... Dit alles maakt 'Een boom is meer dan er staat' tot een bloemlezing waarmee poëzieliefhebber en natuurminnaar, met de woorden van Anton van Wilderode, 'lezend en mijmerend door letterkunde en landschap' kunnen flaneren.