Vanaf de dag dat haar oma overlijdt, staat Cassie er alleen voor. Ze denkt er niet over om terug te gaan naar haar ongeïnteresseerde drankzuchtige moeder. Haar vader heeft ze al sinds haar negende niet meer gezien. Maar waar kan ze dan wel naartoe?
Cassies vriendin Sarah komt met een oplossing: het dak van hun torenflat. Sarah is bevriend geraakt met Mauve, een schilderes zonder huis die daar haar toevlucht heeft genomen. Samen met haar vriendinnen neemt Cassie een kijkje op het dak. Ze maakt kennis met Mauve en ontdekt dat er nog iemand woont: een schuwe zwerfjongen, Skip. Na veel twijfelen en bij gebrek aan beter besluit Cassie er ook te gaan wonen.
Het leven als thuisloze valt Cassie niet mee. Maar langzaam ontstaat er een band tussen de drie dakbewoners, en samen gaan ze de straat op om geld te verdienen met muziek maken en de verkoop van Mauves schilderijen. Hun leven verandert ingrijpend als ze besluiten om hun dak te verlaten om naar het noorden te trekken, de stad uit, naar de bergen...