Het tweede boek van Dik Trom en zijn dorpsgenoten
'Dik Trom en zijn dorpsgenoten' (1920), maar is afzonderlijk goed te lezen. Dik Trom beleeft wederom diverse avonturen en maakt de omschrijving 'een kwajongen met een gouden hartje' weer helemaal waar. Dieren spelen daarbij een grote rol. Dik Trom weet paarden te temmen als deze op hol slaan en zit op de rug van een olifant. Niet alleen het platteland is decor voor de avonturen, een belangrijk deel van het verhaal speelt zich af in Amsterdam (o.a. Artis). Opvallend is dat Bruintje Boon (de tegenhanger van Dik Trom) in dit boek niet voorkomt. De compositie van het verhaal is beduidend sterker dan het eerste boek over de dorpsgenoten. Er is sprake van een doorlopend verhaal en niet van een aaneenschakeling van losse gebeurtenissen. Ook wordt er meer aandacht geschonken aan de beschrijving van de omgeving
Auteur | | C.Joh. Kieviet |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | | Kinderboeken |