CAMERA OBSCURA

CAMERA OBSCURA

Met de verspreide stukken

"Nog altijd, Hildebrand, blijft gij de meesten boeien’ luidde het onderahnft bij een plaat in het nicuwjaarsnummer van De Nederlandsche Pectator van 1892. Op deze plaat zag men een oude heer, gevolgd door tal van jongedames, die aan Hildebrand — het portret dagtekent van 1837 — de uitslag overhandigden van een enquête. De redactie van De Nederdandsche Spectator had namelijk onder haar lezers een onderzoek ingesteld naar de vraag welke 10 boeken van Nederlandse schrijvers of dichters der 19e eeuw in het laatste tiental jaren het meest en blijvendst geboeid hadden. Van de ruim driehonderd inzenders noemden 206 de Camera Okscura van Hildebrand als meestgelezen boek. Daarop volgde Multatuli's Max Havelaar met 134 — en de gedichten van P. A. de Genestet met 112 stemmen. De eerste druk van de Camera Obscura verscheen in het najaar van 1839. Het boek had zo’n succes dat een maand later een tweede druk moest verschijnen. Hildebrand was een pseudoniem waarachter Nicolaas Beets (1814-1903) zich verschool, een student in de godgeleerdheid te Leiden. Beets was geboren in het deftige en zedige Haarlem, als zoon van een apotheker. R Onder zijn eigen naam had hij, in wat hij later zijn ‘zwarte tijd’ zou noemen, in navolging van de Engelse romanticus Byron, drie romantische verhalen in dichtvorm geschreven, Jose (1834), Kuser (1835) en Guy de Vlaming (1837). Maar in deze ‘zwarte tijd’ schreef hij ook het humoristische gedicht De Masquerade (1835) en een aantal lieve versjes, gebundeld in Gedichten (1838). Beroemd werd hij met zijn meesterwerk de Camera Obscura, een tiental losse schetsen en verhalen, bij de derde druk in 1851 vermeerderd mer een drietal in 1840 geschreven verhalen, bij de vierde druk in 1854 uitgebreid met negentien vroeger geschreven en voor een deel eerder in tijdschriften gepubliceerde schetsen, terwijl aan de zevende druk in 1871 nogmaals een stukje werd toegevoegd. In diverse voorberichten, naredes, opdrachten, bijvoegsels en laatste bijvoegsels lichtte de auteur zijn werk toe. De verhalen in de Camera geven blijk van een nauwkeurige waarneming van het leven van de burgerij in de eerste helft van de 19e eeuw. Beers’ tijdgenoot Potgieter sprak in 1841 ietwat smalend van ‘Kopijeerlust des dagelijkschen levens’. Lodewijk van Deyssel roemde meer dan een halve eeuw later met nadruk ‘de hooge geestesgesteldheid van den schrijver’ en zag de eigenaardigheid van de Camera in het feit, ‘dat hier het midden gehouden wordt tusschen iets in zeer goede gemoeds-toon geschreven (hoogere humor) èn: alleen grappige bizonderheden-vermel. ding. Het heeft een sikkepitje beet van den van Goethe afkomstigen prachtìgen toon (en dat is al veel), maar daarbij is het gewoon burgerlijk grappig. [...} Van uit een heel fijne gemoedsgesteldheid beeldt de schrijver de wereld uit’ herhaalde hij. ‘Slechts van uit een zeer hooge en klare geestelijke gesteldheid kan zulk werk worden gemaakt” (Nicolaas Beets, Camera Obscura, in: Verzamelde opstellen. Achtste bundel, Amsterdam 1905, 113-138). Zijn leven lang is Nicolaas Beets geïdentificeerd met zijn alter ego Hildebrand, ook toen hij reeds lang zijn studentenjaren achter zich had gelaten, als predikant gevestigd was — in 1840 te Heemstede en in 1854 te Utrecht — en, in 1875, tot hoogleraar in Ucrecht benoemd was. Zijn 70ste verjaardag in 1884 was aanleiding tot een grootse hulde, waarbij de gevierde redenaar en gelegenheidsdichter — de dichter van Nederland en Oranje — bijna overschaduwd werd door de schrijver van de Camera. Zo werd, overigens tot zijn groot genoegen, zijn veronderstelde plaats in de banken van de school in de Jacobijnenstraat te Haarlem (de school van Meester Prinsen, waaraan Hildebrand in de Camera enkele liefdevolle bladzijden gewijd had) met groen en bloemen versierd. Zelf hechtte Beets veel waarde aan zijn latere letterkundige arbeid en noemde de Camera het spel van zijn jeugd.

‘Mijn luim is in mijn Camera Mijn hart is in mijn gedichten’ Toch behield hij in zijn hart een warm plaatsje voor dit jeugdwerk. De veertiende druk, die in 1883 verscheen, was geheel door hem herzien en verbeterd, waarbij hij de hulp had gekregen van zijn vriend Johannes Dyserinck, die in De Gids van 1881 een voortreffelijke monografie van de Camera had laten verschijnen. Kon hij in 1864, bij de zesde druk, nog niet besluiten tot het toevoegen van een notenapparaat, in 1887 waren de verzoeken om inlichtingen en ophelderingen zo dringend geworden dat Beers besloot tot de uitgave van Na vijftig jaar. Nood1ge en overbodige opheldering van de Camera Obscura, een hoogst nuttig geschrift, opgesteld als antwoord op een zee van brieven van schoolmeesters, die zelf soms de meest onzinnige verklaringen hadden bedacht voor de duistere passages in de Camera, Tal van biografische bijzonderheden en anekdotes maken dit boek tot een bijna onmisbare handleiding voor de nieuwsgierige en belangstellende lezer. Een herziene tweede druk volgde in 1888. Beets heeft tot het laatst van zijn leven de uitgaven van de Camera persoonlijk gecorrigeerd. De correctie van de 22e druk heeft hij niet meer kunnen voltooien =hij stierf 13 maart 1903 = zodat de 21e druk van 1901 geldt als de laatst door de auteur geziene. Dre 2le druk is het uitgangspunt geweest voor deze uitgave. Aan de inhoud werd niets veranderd, wel is het geheel overgebracht ín de thans geldende spelling en de typisch 19e-ceuwse typografie is gemoderniseerd. De in de tekst met een sterretje aangeduide woorden worden achter in het boek verklaard, Bij het maken van de noten werd, behalve van de gebruikelijke naslag: werken als woordenboeken en encyclopedieën op ieder terrein, dankbaar gebruik gemaakt van Hildebrands eigen aanwijzingen in de 2e druk van Na vijftig jaar (Haarlem 1888). Nijmegen Marijke Stapert-Eggen | | | | | © 1977, 1987 Uitgeverij L.J. Veen B.V Utrecht/ ’ eJ Vs v\ t Alle rechten voorbehouden Werpen D/1987/0108/356 | Omslagontwerp: Karel van Laar Zesde druk CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Hildebrand Camera Obscura / Hildebrand ; [met een inleidend woord em noten voorzien door Marijke Stapert-Eggen). — Utrecht (etc: Veen. — (Amstel Klassieken) Oorspr. uitg.: Haarlem : Bohn, 1839. ISBN 90-204-5373-4 UDC 82-31 NUGI 300 _ Trefw.: romans ; oorspronkelijk.

Auteur | Hildebrand
Taal | Nederlands
Type | Softcover
Categorie | Literatuur & Romans

bol logo

Kijk verder

Boekomslag voor ISBN: 9789020453720
Boekomslag voor ISBN: 9789064072338
Boekomslag voor ISBN: 9784490060553
Boekomslag voor ISBN: 1230003733042
Boekomslag voor ISBN: 9788726112856
Boekomslag voor ISBN: 8719031897825


Boekn ©