Op een mooie voorjaarsavond in 1915 betrad de jonge Louwe Huizenga een sportterrein in Groningen. De Groninger atletiektop was er in training. Huizenga werd uitgenodigd mee te lopen, en tot ieders verbazing won hij in zijn slagerskloffie de wedstrijd met een enorme voorsprong: een verpletterende entree als hardloper in de Nederlandse atletiekwereld. En zijn prestaties en reputatie werden alleen maar beter en groter, hij won bijna alle wedstrijden, nam het glorieus op tegen treinen en renpaarden en verbeterde het wereldrecord op de marathon. Maar door een wispelturig karakter, de oorlog en veel tegenslag speelde hij geen rol op het internationale toneel – waardoor de mythe alleen maar groeide. Job van Schaik haalt Huizenga uit de schaduw van de geschiedenis. Met behulp van oude kranten en tijdschriften en door hem opgetekende oral history schetst hij een portret van een wonderbaarlijk mens en een fenomenaal atleet, een legende uit het Noorden.