Literaire geschiedschrijving van de meest kleurrijke jaren uit het veel bewogen schrijversleven van Gerard Reve, zeer goed gedocumenteerd, met tal van ooggetuigenverslagen.

In 1972 vestigde Gerard Reve zich in het Limburgse provinciestadje Weert. Hij nam zijn intrek bij Guus van Bladel, die Reves steun en toeverlaat werd in deze woelige jaren. In Weert kwam er bij de Grote Volksschrijver een rijke literaire productiestroom op gang, met als hoogtepunten de dichtbundel Het Zingend Hart en de romans Lieve Jongens, Een Circuslongen en Oud En Eenzaam.

Ook de Liefde bloeide in Weert menigmaal op, hartstochtelijk zelfs. Vele minnaards kwamen, maar gingen ook weer snel.
In 1974 wachtte Reve een nieuwe hoogtepunt: hij werd geridderd in de Orde van Oranje-Nassau.

Bert Boelaars, nu radiomaker, was in deze jaren journalist bij het regionale huis-aan-huisblad Op de keper. Hij kwam in contact met Reve en slaagde erin hem `redacteur' van zijn krant te maken, wat vele primeurs opleverde.
Boelaars gaat in Koninklijke Jaren terug naar deze periode en spreekt met nagenoeg alle betrokkenen. Het leverde hem een boeidende en unieke constructie op van Reves 'Gouden Eeuw'.