Voor de schrijfster is Jezus verbonden met haar kinderjaren, met Kerstmis, het stalletje in Bethlehem, met engelen en herders. In 1992 bezocht ze voor het eerst India waarbij er een diepe herkenning plaatsvond bij het zien van oprechte devotie. Niemand, schaamt zich daar om godvruchtig te zijn. In India kwam ook de Bhagavad Gita voor haar tot klinken. Eenmaal terug kwam ze in contact met Mansukh Patel en enkele jaren later raakte ze betrokken bij de filmproductie over de Bhagavad Gita met Mansukh Patel. In de vier jaren daarna was hij het die haar inspireerde met een voortdurende stroom van wijsheid. Dit boek bevat een ontroerende vertelling over het leven van Jezus met zijn leerlingen. Er wordt een verband gelegd tussen de lessen van Jezus uit de vier evangeliën en de lessen van Krishna uit de Bhagavad Gita. Drie onderwerpen staan centraal op onze levensweg: het in ere herstellen van devotie, omdat devotie het hart opent; onzelfzuchtig en met eerbied werken aan het welzijn van alle schepselen en het ontdekken van de eeuwige waaarheden, die de grote geschriften of heilige boeken ons aanreiken. We worden uitgenodigd ons te verdiepen in de kennis van het hart om zo tot zelfkennis te komen.