Loonheffingen
Dit boek gaat over de heffingen over het loon. Dat zijn de loonbelasting, de premieheffing voor de volksverzekeringen, de premieheffing voor de werknemersverzekeringen en de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringen.
Deze heffingen raken niet alleen het loon van de privaatrechtelijke werknemer, maar ook het salaris van de ambtenaar, de gage van de artiest, de uitkering van de arbeidsongeschikte of ontslagen werknemer, de bijstanduitkering en de AOW-uitkering, alsmede ensioenuitkeringen. Hun werkgever, uitkeringsinstantie, pensioenfonds of levensverzekeraar, die het loon, het salaris, de gage of de uitkering verstrekt, moet deze heffingen inhouden en vervolgens afdragen aan de Belastingdienst, dan wel de desbetreffende premies betalen. Soms moeten ze de loonbelasting niet inhouden op het loon, maar voor eigen rekening nemen.
Bij het inhouden van de loonheffingen hebben ze rekening te houden met vele wettelijke aftrekposten en vrijstellingen, zoals voor pensioenpremies en kostenvergoedingen, alsmede met voorschriften voor het waarderen van loon in natura, zoals de auto van de zaak, en met de kortingen op de loonbelasting waarop de werknemer recht heeft.
Werkgevers worden niet alleen maar getroffen door al deze administratieve voorschriften en financiƫle lasten; er bestaat namelijk voor hen een subsidieregeling in de vorm van zogeheten afdrachtverminderingen. Dit studieboek gaat in op deze onderwerpen van loonbelasting, premieheffingen en bijdrageheffing.
De per 1 januari 2011 nieuw ingevoerde werkkostenregeling wordt in een apart hoofdstuk besproken. De per 1 januari 2013 ingevoerde Wet uniformering loonbegrip is in dit boek verwerkt.
Deze heffingen raken niet alleen het loon van de privaatrechtelijke werknemer, maar ook het salaris van de ambtenaar, de gage van de artiest, de uitkering van de arbeidsongeschikte of ontslagen werknemer, de bijstanduitkering en de AOW-uitkering, alsmede ensioenuitkeringen. Hun werkgever, uitkeringsinstantie, pensioenfonds of levensverzekeraar, die het loon, het salaris, de gage of de uitkering verstrekt, moet deze heffingen inhouden en vervolgens afdragen aan de Belastingdienst, dan wel de desbetreffende premies betalen. Soms moeten ze de loonbelasting niet inhouden op het loon, maar voor eigen rekening nemen.
Bij het inhouden van de loonheffingen hebben ze rekening te houden met vele wettelijke aftrekposten en vrijstellingen, zoals voor pensioenpremies en kostenvergoedingen, alsmede met voorschriften voor het waarderen van loon in natura, zoals de auto van de zaak, en met de kortingen op de loonbelasting waarop de werknemer recht heeft.
Werkgevers worden niet alleen maar getroffen door al deze administratieve voorschriften en financiƫle lasten; er bestaat namelijk voor hen een subsidieregeling in de vorm van zogeheten afdrachtverminderingen. Dit studieboek gaat in op deze onderwerpen van loonbelasting, premieheffingen en bijdrageheffing.
De per 1 januari 2011 nieuw ingevoerde werkkostenregeling wordt in een apart hoofdstuk besproken. De per 1 januari 2013 ingevoerde Wet uniformering loonbegrip is in dit boek verwerkt.
Auteur | | D.V.E.M. van der Wiel-Rammelo |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Rechten |