Bijzondere overeenkomsten III C Aanneming van werk Mr. C Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht
Op 1 september 2003 is de aan aanneming van werk gewijde twaalfde titel van Boek 7 BW in werking getreden. Daarmee is voorzien in een geheel nieuwe wettelijke regeling voor de aannemingsovereenkomst die zeer aanzienlijk verschilt van de fragmentarische en onduidelijke oude regeling. Tegen die achtergrond is ervoor gekozen dit deel van de Asser-serie opnieuw op te zetten.
Het boek omvat twee delen. In het eerste wordt de aanneming van werk behandeld als een bilaterale rechtsverhouding tussen opdrachtgever en aannemer. Vertrekpunt daarbij is de nieuwe wettelijke regeling in titel 7.12 BW. Voor de in de praktijk zeer belangrijke categorie van de aanneming van bouwwerken zal daarnaast het door de branche zelf ontwikkelde autonome recht in de vorm van algemene voorwaarden van onverminderd grote betekenis blijven. Daarom wordt de wettelijke regeling regelmatig vergeleken met dit autonome recht en de (arbitrale) rechtspraak die zich daarover gevormd heeft.
In het tweede deel wordt de aanneming van werk besproken vanuit een multilateraal perspectief. Bezien wordt hier op welke wijzen een individuele aannemingsovereenkomst kan samenhangen met andere rechtsverhoudingen. De onderwerpen die in dit deel de revue passeren zijn: hoofd- en onderaanneming, nevenaanneming, bouwcombinatie en bouwteam.
Hoewel dit boek een nieuw opgezette beschrijving bevat van de aanneming van werk, is de vorige bewerking van mr. H.O. Thunnissen daarin nog ruimschoots aanwezig als veelvuldig geciteerde kenbron van het aannemingsrecht.
Het boek omvat twee delen. In het eerste wordt de aanneming van werk behandeld als een bilaterale rechtsverhouding tussen opdrachtgever en aannemer. Vertrekpunt daarbij is de nieuwe wettelijke regeling in titel 7.12 BW. Voor de in de praktijk zeer belangrijke categorie van de aanneming van bouwwerken zal daarnaast het door de branche zelf ontwikkelde autonome recht in de vorm van algemene voorwaarden van onverminderd grote betekenis blijven. Daarom wordt de wettelijke regeling regelmatig vergeleken met dit autonome recht en de (arbitrale) rechtspraak die zich daarover gevormd heeft.
In het tweede deel wordt de aanneming van werk besproken vanuit een multilateraal perspectief. Bezien wordt hier op welke wijzen een individuele aannemingsovereenkomst kan samenhangen met andere rechtsverhoudingen. De onderwerpen die in dit deel de revue passeren zijn: hoofd- en onderaanneming, nevenaanneming, bouwcombinatie en bouwteam.
Hoewel dit boek een nieuw opgezette beschrijving bevat van de aanneming van werk, is de vorige bewerking van mr. H.O. Thunnissen daarin nog ruimschoots aanwezig als veelvuldig geciteerde kenbron van het aannemingsrecht.
Auteur | | M.A.M.C. van den Berg |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Rechten |