Het is niet erg gebruikelijk dat topambtenaren schrijven over hun werkrelatie met ministers. En als zij al daarover schrijven, is dat na het be digen van hun loopbaan. Mark Frequin doorbreekt met dit boek deze ongeschreven regel, omdat hij ook het ambtelijk geluid wil laten horen; zeker in een periode dat iedereen opvattingen ventileert over (top)ambtenaren.
Mark Frequin is op dit moment directeur-generaal op het ministerie van Economische Zaken. Eerder was hij dat ook bij VenW. Daarvoor was hij plaatsvervangend secretaris-generaal bij Justitie en vervulde hij diverse directeursfuncties bij OCEW.
Met warmte en humor schrijft hij over het samenspel met ministers en staatssecretarissen, waaraan hij zelf veel plezier beleeft, getuige de leuke ervaringen. Het boek leest als een trein. Inmiddels heeft hij met twintig bewindslieden samengewerkt. Deze ervaring gebruikt hij om te vertellen hoe het er in ministeries aan toe gaat. Daarbij betrekt hij ook veel ervaringen van anderen, zowel van politieke bestuurders als van ambtenaren. Deels zijn dat beschreven belevenissen, deels haalt hij beelden uit dertien interviews, speciaal voor dit boek gedaan, met Harry Borghouts, Laurens Jan Brinkhorst, Frank de Grave, Sybrand van Haersma Buma, Geert Jansen, Tineke Netelenbos, Jan Willem Oosterwijk, Yvonne van Rooy, Roel in 't Veld, Willem Vermeend, Hans van der Vlist, Jacques Wallage en Jan Willem Weck.
Onder de titel 'Ja minister - nee minister' beschrijft hij anekdotisch het reilen en zeilen in de departementale top. Hij doorloopt de zittingstermijn van een minister van start ('warm bad met korte aanloop') tot finish ('eind goed - al goed'). De vele wisselingen van kabinetten en ministers staan borg voor een rijkdom aan ervaringen.