Keukenkruiden en specerijen

Keukenkruiden en specerijen

Uitgave uit 1977.
Wat oudere landgenoten herinneren zich nog wel de tijd, dat het kruidenrekje in onze keukens doorgaans bestond uit drie potjes met de opschriften: ‘foelie’, kruidnagels en ‘peper’. Ze waren echter meestal leeg of bevatten punaises, elastiekjes e.d.!
Hoe geheel anders is dat tegenwoordig, vooral bij de jongeren. De kruidenrékjes zijn kruiden rékken geworden en de potjes en flesjes zijn nu écht gevuld met wat er op staat. Niet alleen meer met tropische specerijen, maar vooral ook met gedroogd blad of zaad van thans in Nederland gangbare keukenkruiden als Lavendel, Koriander, Munt, Majoraan, Salie, Venkel, Wijnruit en nog vele andere. Ongetwijfeld is het sinds 1945 sterk toegenomen toerisme naar Zuid-Europese landen hiervan een der oorzaken. Vele Noorderlingen hebben daar ervaren dat de gerechten er doorgaans ‘pittiger’ waren dan die uit de vaderlandse keuken, juist door een wel-overwogen gebruik van in die streken groeiende kruiden, die men bij ons als regel keukenkruiden, ook wel - enigszins afhankelijk van hun toepassing - tuinkruiden of toekruiden noemt.
De meeste hiervan kunnen met enige zorg best in ons land worden gekweekt, zo als met een deel ervan feitelijk al eeuwen lang is geschied. Bij eigen teelt kan men ze behalve gedroogd bovendien in de zomer in verse staat gebruiken, en als zodanig passen die kruiden ten volle bij de moderne voeding. Geen wonder dat hierdoor het zelf-kweken weer zo ‘in’ is en dat grootmoeders ouderwetse kruiden- tuintje - nu echter met een vergroot assortiment - in ere is hersteld, zoals dat wel met méér dingen uit haar tijd is gegaan.
In dit boek vindt u ruim 50 van dergelijke kruiden beschreven: waar ze eigenlijk vandaan komen, hoe ze er uit zien, hoe men ze ‘met vrucht’ kan telen en - natuurlijk feitelijk niet in de laatste plaats - wat men er vers of gedroogd in de keuken allemaal mee kan doen.
Meer en meer leren we ook gerechten kennen uit nog verder weg gelegen landen, spijzen die nog veel sterker zijn gekruid met specerijen uit tropische en subtropische gebieden. Hoewel men die bij ons niet buiten kan kweken, worden er hiervan in dit boek toch een vijftiental op soortgelijke wijze besproken: hun herkomst, hun uiterlijk, de manier waarop ze geteeld worden, en ook hier weer: de culinaire aanpassing.
Het boek van Georges Boros beleefde in Duitsland al drie drukken en bleek daar dus wel in een behoefte te voorzien. In de Nederlandse vertaling is de tekst zo nodig aangepast aan de in ons land geldende omstandigheden, de verkrijgbare rassen e.d. ‘Geleerde taal’ is zoveel mogelijk vermeden, zodat het boek door iedereen in de praktijk kan worden gebruikt. Mogen velen er door worden aangespoord tot het zelf kweken van keukenkruiden.

Auteur | G. Boros
Taal | Nederlands
Type | Paperback
Categorie |

bol logo

Kijk verder



Boekn ©