Mijn zoon, als je een ridder wilt worden, moet je het volgende doen. Je moet oefenen tot je sterk en gehard bent. Je moet leren paardrijden en leren omgaan met de wapens van een echte ridder. Je moet klaar zijn om op jacht te gaan naar avontuur. Je moet dapper zijn. Als je dit allemaal kunt en je volgt de speciale gedragslijnen van het ridderschap, dan zul je een nobele en waardige ridder worden.
Heer Godfried de Lansier.

Met deze brief aan de zoon van de ridder Godfried de Lansier begint dit prachtige boek waarin je alle fijne kneepjes van het ridderschap voorgeschoteld krijgt.
Het leven als schildknaap – ter voorbereiding op het ridderschap – wordt beschreven, maar ook de training als ridder. Daarnaast ontbreekt de uitleg over de uitrusting, de paarden en de kastelen niet. Maar ook de gevaren van het ridderschap – het steekspel, de belegeringen en de veldslagen – worden uitgebreid behandeld. Uiteindelijk wordt de vredestijd met de overdadige maaltijden beschreven en is er een hoofdstuk gewijd aan beroemde ridders – de helden van weleer.