Toen de tweede zoon van mevrouw Frederick C. Little geboren werd, viel het iedereen op dat hij niet veel groter was dan een muis. Eerlijk gezegd leek de baby in alles heel veel op een muis. Zijn vader en moeder noemden hem Stuart. Al gauw bleek dat hij heel bijzonder was. Hij kon allerlei dingen, die zij en zijn grote broer George niet konden. Zoals racen in speelgoedauto's, varen op modelbootjes en zonder iets te betalen meerijden in de bus. Toch valt het niet altijd mee om zo klein te zijn. Want toen Stuart een keer helemaal verkreukeld tussen het rolgordijn zat dat omhoog geschoten was, hoorde niemand hem om hulp roepen, zo'n zacht stemmetje heeft hij. Op Sneeuwbel de kat na, houdt iedereen van hem. Als Stuart zevenjaar is, trekt hij de wijde wereld in. Hij gaat op zoek naar Margalo, het liefste en mooiste vogeltje dat hij kent. Het wordt een reis vol avontuur. E.B. White werd in 1899 geboren en was journalist. Schrijven vond hij een moeilijk vak. Stuart Little schreef hij voor zijn zes jaar oude nichtje. Het was pas af toen zij volwassen was en al lang Hemingway las. Het boek is een klassieker.