De Tien Geboden van God - Het Onze Vader
Het boek «De Tien Geboden van God en het Onze Vader – aan de mensen uitgelegd door Abd-ru-shin» verscheen voor het eerst in de herfst van 1929. Met zijn verklaringen, waar het door hem in de Graalsboodschap doorgegeven weten over de werkzaamheid van de scheppingswetten aan ten grondslag ligt, ontsluit Abd-ru-shin voor de mens van de huidige tijd een nieuwe toegang tot het begrijpen van deze oude overleveringen, waar ook thans nog in het religieuze denken een grote betekenis aan wordt gehecht. Daarbij ontdekt de geïnteresseerde lezer welk een concrete en onschatbare hulp deze teksten voor hem bevatten, indien hij de moeite neemt de bedoeling in te zien, waarmee zij aan de mensheid werden gegeven.
Abd-ru-shin schrijft over de «Tien Geboden»: "Wie neemt de moeite, een gebod diep te doorvoelen. Als men ziet hoe lichtvaardig kinderen en volwassenen gewend zijn om te gaan met de geboden van hun God, dan zou ieder ernstig denkend mens met afgrijzen kunnen en moeten worden vervuld.
De geboden worden op school geleerd en oppervlakkig besproken. De mens is blij, als hij de tekst heeft opgenomen en daarover enigszins uitleg kan geven, zolang voor hem het gevaar bestaat, dat hem daarnaar wordt gevraagd. Komt hij dan van de school in de maatschappij, dan is ook deze tekst weldra vergeten en daarmee ook de betekenis. Het beste bewijs, dat het hem in het geheel niet werkelijk heeft geïnteresseerd, wat zijn Heer en God van hem verlangt.
Maar hij verlangt daarmee niet eens iets, maar geeft in liefde aan alle mensen wat ze dringend nodig hebben! Vanuit het licht werd immers opgemerkt, hoezeer de mensen op een dwaalspoor raakten. Daarom wees God hun als een opvoeder trouw de weg, die hen voert naar het eeuwige zijn in het lichte rijk van de geest, dus naar hun geluk. Terwijl het niet volgen tot ongeluk en verderf voor de mensen moet leiden!
Juist daarom is het eigenlijk niet juist om van geboden te spreken. Het zijn veeleer goedgemeende raadgevingen, om de juiste weg door het stoffelijke te wijzen; en dit te leren kennen is immers de wens van de mensengeesten zelf geweest." (uit het hoofdstuk: «Het derde gebod»)
"U ziet dat alle geboden alleen maar de beste vrienden voor de mensen zijn, om hen voor kwaad en voor leed trouw te behoeden! Hebt ze daarom lief en houdt ze in ere als een schat, waarvan het zorgzaam hoeden u alleen maar vreugde brengt!" (uit het hoofdstuk: «Het vijfde gebod»)
Abd-ru-shin schrijft over de «Tien Geboden»: "Wie neemt de moeite, een gebod diep te doorvoelen. Als men ziet hoe lichtvaardig kinderen en volwassenen gewend zijn om te gaan met de geboden van hun God, dan zou ieder ernstig denkend mens met afgrijzen kunnen en moeten worden vervuld.
De geboden worden op school geleerd en oppervlakkig besproken. De mens is blij, als hij de tekst heeft opgenomen en daarover enigszins uitleg kan geven, zolang voor hem het gevaar bestaat, dat hem daarnaar wordt gevraagd. Komt hij dan van de school in de maatschappij, dan is ook deze tekst weldra vergeten en daarmee ook de betekenis. Het beste bewijs, dat het hem in het geheel niet werkelijk heeft geïnteresseerd, wat zijn Heer en God van hem verlangt.
Maar hij verlangt daarmee niet eens iets, maar geeft in liefde aan alle mensen wat ze dringend nodig hebben! Vanuit het licht werd immers opgemerkt, hoezeer de mensen op een dwaalspoor raakten. Daarom wees God hun als een opvoeder trouw de weg, die hen voert naar het eeuwige zijn in het lichte rijk van de geest, dus naar hun geluk. Terwijl het niet volgen tot ongeluk en verderf voor de mensen moet leiden!
Juist daarom is het eigenlijk niet juist om van geboden te spreken. Het zijn veeleer goedgemeende raadgevingen, om de juiste weg door het stoffelijke te wijzen; en dit te leren kennen is immers de wens van de mensengeesten zelf geweest." (uit het hoofdstuk: «Het derde gebod»)
"U ziet dat alle geboden alleen maar de beste vrienden voor de mensen zijn, om hen voor kwaad en voor leed trouw te behoeden! Hebt ze daarom lief en houdt ze in ere als een schat, waarvan het zorgzaam hoeden u alleen maar vreugde brengt!" (uit het hoofdstuk: «Het vijfde gebod»)
Auteur | | Abd-Ru-Shin |
Taal | | Nederlands |
Type | | Leder |
Categorie | |