Van de mode wordt wel beweerd dat ze een stroom is, een stroom door de tijd die parallel aan de wereldgeschiedenis door de maatschappij vloeit. Ze verandert, ze belichaamt de wens tot verandering en ze behoort in deze functie even onveranderlijk tot de basisuitrusting van de mens als de macht der gewoonte. De loop van deze boeiende stroom kreeg echter een beslissende wending toen de mode aan het begin van de 20e eeuw werd geïnstitutionaliseerd en zich vanaf die tijd een eigen weg baande door de nieuwe bedding van de haute couture. Natuurlijk kruisten de verschillende stromingen van de couture steeds weer met wat inmiddels de 'straatmode' was gaan heten en tegen het einde van de eeuw vertakte zij zich in diverse richtingen, waaronde de ontwerpers- of boetiekmode. Maar ondanks alle meanders bleef haar karakteristieke onderstroom steeds bewaard: het hoge peil van de verwerkingsmethode, de bijzondere kwaliteit van de stoffen, de liefde voor het detail en de zoektocht naar het nieuwe. Dit boek volgt de loop van deze modestroom van het begin tot het einde van de 20e eeuw in chronologische volgorde, maar pakt alle bochten, uitmondende rivieren en vertakkingen op deze weg mee: de invloeden van het ballet aan het begin van de eeuw, het optreden van de betoverende filmsterren uit de jaren '30, de antimode van de jaren '70; alle vrouwen die met hun houding beslissende impulsen gaven; de wereldgeschiedenis en belangrijke gebeurtenissen in de cultuur; baanbrekende uitvindingen in de knip- en stoftechnieken en de ontwikkeling van de modestijlen