De jaren zeventig: dat wonderlijke tijdperk tussen de swingende sixties en de decadente jaren tachtig, een tijd van vrijetijdspakken en afrolook, van disco en plateauschoenen. Terwijl de oorlog in Vietnam voortwoedde en de Koude Oorlog zich bleef uitbreiden, begon Hollywood warm te draaien en herstelde zich van de commerciële crisis met kaskrakers als Star Wars, Jaws, The Exorcist en The Godfather. Dankzij regisseurs als Spielberg en Lucas beleefde Hollywood de geboorte van een nieuw verschijnsel: de blockbuster. Ondertussen stierf aan de andere kant van de Atlantische Oceaan de Nouvelle Vague een zachte dood in Frankrijk, al was die wel van invloed op Duitsland, waar de Nieuwe Duitse Cinema van Fassbinder, Schlöndorff, Wenders en Herzog hoogtij vierde. De seksuele revolutie drong door tot het witte doek, met name in Bertolucci's hete, scandaleuze Last Tango in Paris. Te midden van dit alles kwam er een golf van nostalgische en Vietnam-films, de opkomst van de antiheld en de blaxpoitation, het prestigieuze genre dat geen lang leven beschoren bleek.