Tekenen is leuk, maar soms weet je niet waar je moet beginnen, bijvoorbeeld als het onderwerp er heel ingewikkeld uitziet. Dit boek laat je zien hoe je zo'n onderwerp opdeelt in een reeks eenvoudige vormen.

Behalve papier en potlood heb je niet veel nodig. Heel ns, dun papier scheurt als je een lijn moet uitgummen; ele neem daarom een beetje stevig papier.

Potloden zijn er in verschillende soorten, van heel hard tot , .heel zacht.

Harde potloden (3H) geven een strakke, dunne lijn die heel geschikt is voor de afwerking van je tekening.

Zachte potloden (3B) geven een dikkere, donkerder lijn.

Een HB-potlood zit er precies tussenin en hier heb je waarschijnlijk het meeste aan.

Wil je je tekening inkleuren, dan heb je de keuze uit verf, gekleurde inkt en viltstiften. Dunne viltstiften zijn handig voor het tekenen van contouren: om in te kleuren kun je beter dikke nemen. Het belangrijkste gereedschap dat je hebt, zijn je eigen ogen. Veel mensen maken de fout dat ze iets tekenen zoals ze denken dat het eruitziet, in plaats van eerst goed te kijken. Voor een geslaagde tekening moet je zorgen dat de verhoudingen kloppen.

Bestudeer je onderwerp eerst en verdeel het in gedachten in onderdelen. Controleer hoe veel groter, langer of korter het ene onderdeel is ten opzichte van het andere. Ga na waar de delen op elkaar aansluiten, en onder welke hoek. Kijk waar er vloeiende rondingen zitten, en waar de lijnen recht lopen. De tekeningen in dit boek laten je stap voor stap precies zien hoe je dat doet. Elk onderwerp is verdeeld in makkelijke stappen, zodat je je tekening deel voor deel kunt opbouwen. Bekijk elke vorm goed voordat je hem tekent, en ook daarna. Heb je hem te groot, te klein of op de verkeerde plek getekend, verbeter dat dan voor je verder gaat. Teken dan de volgende vorm. Zo krijg je een prachtig werkstuk.