Dit is een roman, maar het had waar gebeurd kunnen zijn.

Mensen als de hoofdpersoon Marijn in dit verhaal ervaren waanzinverwekkende gebeurtenissen als bloedstollende realiteit……………..
Het is geen psychologisch-wetenschappelijke verhandeling over psychoses, maar is het verhaal van gebeurtenissen, zoals die worden beleeft door een intelligente jonge man, die door een trauma een persoonlijkheidsstoornis heeft ontwikkeld, die wordt aangeduid als acute hallucinatoire en reactieve psychose (zie handleiding DSM-V).

Als Marijn 15 jaar is hij erbij als zijn vader op het voetbalveld overlijdt door een hartstilstand. Dit trauma veroorzaakt achtervolgingswaan door schizoïde psychoses.
De symptomen worden door zijn omgeving niet opgemerkt, en door psychische stressfactoren wordt zijn realiteitstoetsing – het onderscheid beseffen tussen prikkels en impulsen van binnenuit of van buiten – gestoord en creëert hij een eigen werkelijkheid en worden hallucinaties en wanen kritiekloos aangenomen.
Ook de familierelaties van Marijn, met een achtergrond van godsdienstfanatisme en incest, spelen een rol.
Na de plotselinge dood van zijn vader, die ongelovig was, zoekt zijn dominante moeder op aandringen van haar moeder, Marijn’s oma, haar heil weer bij de strenggelovige kerkelijke gemeenschap, zoals die in haar geboortedorp was.
Marijn besluit zelfstandig te gaan wonen, en als na enige tijd er een andere buurvrouw, Marty, naast hem komt wonen ontstaat er met haar een serieuze relatie.
Door de rust en veiligheid, die Marty hem biedt is hij beter bestand tegen diverse prikkelingen en impulsen.
Maar eerst heeft Marijn nog een lange weg af te leggen met een reeks van angstaanjagende gebeurtenissen.